Lang gezocht, toch gevonden
Zo’n twee jaar geleden kwam mijn achterbuurman bij mij binnengelopen met onder zijn arm een oude kartonnen doos met daarin een motortje. Hij weet dat ik altijd aan het sleutelen ben en daarom dacht hij kennelijk aan mij toen hij de zolder aan het opruimen was van zijn (schoon)ouders. In de oude kartonnen doos zat een redelijk kompleet motortje van een Berini Ei. Toen ik mijn oudere broer mailde en vroeg of hij iets van een type afwist kwam er spontaan een mailtje terug met de boodschap: “Berini ei 32cc, type M13”. Zoals bleek hadden zijn ouders vroeger op een fiets met dit hulpmotortje gereden en hadden dit motortje zo’n veertig jaar geleden in de oude kartonnen doos gestopt en op zolder gedeponeerd. Op de volgende foto is de erbarmelijke staat te zien waarin het motortje verkeerde.
Maar ja, als echte techneut was dit object natuurlijk wel een uitdaging. Alvorens aan de gang te gaan heb ik eerst een aantal foto’s gemaakt zodat ik naderhand wist hoe een en ander gemonteerd zat. Een leuk detail is het gele ‘plaatje’ dat met een kwast aan beide zijden op het tankje was geschilderd.
Al snel kreeg ik erg veel zin om aan het opknappen te gaan. Alles eerst uit elkaar gehaald, schoongemaakt (vele uren), opgeknapt en vervolgens alles weer opgebouwd zoals het vroeger had gezeten. De ontbrekende onderdelen zoals de ophangbeugels en dergelijke heb ik zelf gemaakt en uiteraard alle schroeven en bouten in roestvast staal uitgevoerd.
Dan komt het moment suprème dat het motortje voor de eerste keer zou kunnen gaan lopen. Na een paar pogingen lukte het inderdaad om het EITJE aan de praat te krijgen. Hij pruttelde weer na vele jaren!!. Een geweldig moment wanneer je dit overkomt. Ondertussen kwam de RDW om de hoek kijken, dus ook dit maar in orde gemaakt (was bepaald geen sinecure).
Ondertussen had ik me al aangemeld bij de Bromvliegers, waar ik bij mooi weer een tocht meereed met de Puch Monza, welke ik vlak hiervoor had gerestaureerd. De eerste tochtjes op het EITJE verliepen redelijk, maar ik had wel het gevoel dat het vermogen wat het motortje leverde zeer beperkt was. Maar ja, in het begin zo blij als een kind met een pop, maar na verloop van tijd was ik niet tevreden meer over het EITJE. Hij hield in, leverde niet het volle vermogen en was uiterst gevoelig voor de contactpunt openingsafstand.
Tijdens een schitterende, 80-kilometer lange rit in het voorjaar, waar mijn dochter op het EITJE reed en ik op de Puch Monza begon het EITJE onderweg weer onregelmatig te lopen en de eindstreep hebben we maar ternauwernood gehaald (eigenlijk heb ik haar over de eindstreep geduwd). Op dit moment wist ik het zeker: “Het kwam uit de ontsteking”. Bij Dick Kool in Wognum een nieuwe condensator besteld, maar na montage bleek het geen verschil te zijn in vergelijking met de oude condensator. Na lang wikken en wegen heb ik het spoeltje opnieuw laten wikkelen bij Jan de Laat in Boxtel, maar helaas leverde dit ook geen verbetering op. Maar ja, wat blijft er dan nog over als je ervan overtuigd bent dat het uit de ontsteking komt. Ik heb zelfs de isolatie-ringetjes rondom de contactpuntjes vervangen omdat ik bang was dat er wellicht overslag optrad, maar helaas ook dit leverde niets op.
Van m’n werk heb ik op en gegeven moment een stroboscoop meegenomen en gekeken of ik iets in de ontsteking kon zien tijdens het lopen. Ik meende te kunnen zien dat de contactpuntjes niet volledig sloten, maar wellicht dat dit meer de wens van de vader van de gedachte was. Ik dacht ik bestel gewoon nieuwe contactpuntjes bij Dick Kool en probeer het gewoon. En wel ja, dit bleek het te zijn. Na vele uren werk en zo’n tachtig keer de poelie eraf gehaald te hebben liep m’n EITJE voor het eerste zoals ik het me had voorgesteld, niet zelf meetrappen, ook niet bij tegenwind. De veerdruk van de contactpuntjes die de puntjes na openen weer doen sluiten bleek te laag te zijn! Dit zorgde ervoor dat de puntjes na openen, met name bij de hogere toerentallen, niet meer sloten en de zogenaamde zwevende contactpuntjes opleverden. Dit zorgde voor het onregelmatig lopen, met name uiteraard op de hogere toerentallen.
Na vele uren werken ziet het motortje er weer uit als nieuw zoals in de volgende foto is te zien. Hij ziet er niet alleen mooi uit maar loopt ook nog goed na heel lang zoeken. Ik heb dit stukje geschreven met het doel te voorkomen dat jullie dezelfde lange zoektocht moeten maken die ik heb moeten maken. Dit akkefietje (een te slap contactpunt veertje) heeft mij naast de driehonderd uren restauratie van het motortje minstens nog een tweehonderd uur gekost. Maar ja, hij staat nu trots in de winterstalling en komt er alleen uit bij echt mooi weer. Verder kijk ik er weer naar uit om samen met jullie volgen seizoen weer de nodige mooie ritten te kunnen maken zoals afgelopen jaar.
Zo zie je maar: “Lang gezocht, toch gevonden”!
Hans Galenkamp
Valkenswaard